logo Fairwork Belgium

Rechtbank van eerste aanleg/Mechelen – 22/1138 – 16/09/2022

Instantie

Rechtbank van Eerste Aanleg
Mechelen

Datum beslissing

16 september 2022

Nummer

22/1138

Trefwoorden

afwezigheid dimona - Bewijs tewerkstelling - Buitenlandse werknemer zonder wettig verblijf - controle op de werkvloer - loondiefstal - optreden in rechte - vermoeden drie maanden tewerkstelling - wanbetaling loon - Wet 11 februari 2013

Samenvatting

In 2022 bracht het Arbeidsauditoraat Mechelen een zaak voor de correctionele rechtbank naar aanleiding van verschillende controles op de werkvloer bij een werkgever. Tijdens één van deze controles werd ook Pedro*, van Braziliaanse nationaliteit, vastgesteld. Pedro werd na deze vaststelling overgebracht naar een gesloten centrum met het oog op uitwijzing. Een inspecteur van Toezicht Sociale Wetten bracht Pedro in contact met FAIRWORK Belgium, zodat wij hem konden bijstaan in de procedure.
Pedro werkte gedurende enkele maanden voor de Belgische werkgever Alfonso*. In januari 2021 werd tijdens een controle vastgesteld dat Pedro aan het werk was. De werkgever legde aan de controle-instantie een A1 document voor. Bij nazicht bleek dit een vals document te zijn. Alfonso regelde valse Portugese verblijfsdocumenten en A1 documenten, waarvoor Pedro 500 euro moest betalen. Dat bedrag werd ingehouden op zijn loon. Maar, Pedro hield zijn uren nauwgezet bij en verklaarde 528 uren te hebben gewerkt. Hij kreeg in totaal 1560 euro uitbetaald of 2,95 euro per uur.
Alfonso probeerde te argumenteren dat Pedro voor een onderaannemer werkte via detachering. Uit het onderzoek bleek dat dit ging om een schijnconstructie, aangezien de documenten vals waren en Alfonso noch naam noch contactgegevens van de onderaannemer kon bezorgen. Verder werd ook duidelijk dat er zich in totaal twaalf werknemers in dezelfde situatie bevonden. De Arbeidsauditeur stelde eerst een minnelijke schikking van 54.000 euro voor. De werkgever ging daar niet op in. Daarom besloot de Arbeidsauditeur Alfonso en zijn bedrijf te dagvaarden voor de rechtbank van eerste aanleg voor deze inbreuken: geen of geen correcte dimona aangifte, het tewerkstellen van buitenlandse werknemers zonder wettig verblijf, gebruik maken van valse stukken, oplichting van het sociaal strafrecht, het niet (tijdig) betalen van het loon, het niet betalen van het minimumloon voor een tewerkgestelde werknemer, etc.
Toen FAIRWORK Belgium op de hoogte werd gebracht van deze dagvaarding waren we helaas het contact verloren met Pedro. Dit zien we wel vaker gebeuren, zeker wanneer betrokken personen zich in een gesloten centrum bevinden. In dat geval is het altijd al complexer om contact te leggen. Bij uitwijzing veranderen de betrokkenen ook vaak van telefoonnummer. Bovendien is een opsluiting in een gesloten centrum een traumatische ervaring waardoor het afdwingen van hun arbeidsrechten op dat moment minder prioriteit krijgt. Aangezien FAIRWORK Belgium indertijd nog geen bevoegdheid had om in rechte op te treden voor werknemers zonder wettig verblijf, konden we niets doen zonder eerst contact te hebben met het slachtoffer. We legden de zaak daarom voor aan Myria, die deze bevoegdheid al wel had in het kader van de Belgische omzettingswet van 11 februari 2013 inzake de Sanctierichtlijn . Myria ging akkoord om in het dossier van ons over te nemen. Myria schakelde een advocaat in om niet alleen de rechten van Pedro af te dwingen maar van alle twaalf werknemers zonder wettig verblijf. Dit was de eerste zaak waarin Myria haar bevoegdheid op basis van de Sanctierichtlijn gebruikte. Die tussenkomst werd zonder veel problemen door de rechtbank aanvaard. Gedurende de voorbereiding van de zaak hadden we gelukkig wel terug contact met Pedro, maar van de elf andere werknemers zijn we nog altijd het spoor bijster.
Myria baseerde zich op het vermoeden van drie maanden tewerkstelling (Wet van 11 februari 2013) om als burgerlijke partij een schadevergoeding voor drie maanden loon te vragen voor de werknemers zonder wettig verblijf. Voor Pedro zelf werd het pleidooi gebaseerd op zijn eigen verklaringen. Aangezien de werkgever geen tegenbewijs kon leveren over het feit dat de werknemers minder lang zouden gewerkt hebben en/of wel al betaald werden daarvoor, werd hij veroordeeld tot een schadevergoeding van 7.542 euro per werknemer. De werkgever tekende beroep aan.

Voor een verdere analyse van dit vonnis zie FAIRWORK Belgium Jaarverslag 2022.

* opmerking: namen zijn aangepast om privacy van betrokken te vrijwaren